1. waarom wil de toerist naar de Walkure gaan kijken?
Hij houdt van opera en kent er ook wat van. Hij moet deze opera gezien hebben nu hij nog wat extra tijd over heeft.
2. Waarom wilt hij de binocle naar de kalende man gooien?
Het programmaboekje dat naar beneden viel, trok meteen zijn aandacht. Het dwarrelde neer op de dame en de kalende heer. De belichting in de opera zorgde ervoor dat het hoofd van de man extra opviel. De glinstering van zijn hoofd zorgt ervoor dat de toerist wordt afgeleid tijdens de voorstelling. Hij wil zijn frustratie hierover uiten en de binocle op zijn kale hoofd smijten, lijkt de ideale oplossing.
3. Wat zou er met de toerist gebeuren?
Vermoedelijk komt hij ermee weg. Hij is alleen. Niemand kan hem verraden achteraf en hij kan gemakkelijk wegglippen zoals hij voordien al eens heeft gedaan.